Written by: Tim Oerlemans | Published on: 2024-04-30
Onbevooroordeelde nieuwsgierigheid
Afgelopen vrijdag ging ik, samen met mijn jongste zoon Guus, mijn oudste zoon Jip ophalen bij de BSO. Ondanks dat het schoolvakantie was, waren er nog maar drie andere kinderen en één pedagogisch medewerker aanwezig.
Een van de kinderen was een jongen van een jaar of negen. Toen ik Guus in zijn rolstoelbuggy het lokaal binnenreed, keek die jongen al erg nieuwsgierig naar Guus. Na een tijdje stelde hij de vraag die mij in mijn hoofd al duizend keer is gesteld, maar nog nooit in het echt.
"Is het niet wat overdreven dat zo'n grote jongen nog in een kinderwagen zit?" vroeg hij. Het klonk wat brutaal, maar het was duidelijk nieuwsgierigheid die hem de vraag deed stellen. Hoewel ik dit gesprek al duizend keer in mijn hoofd had gevoerd, moest ik toch even nadenken over het antwoord, vooral omdat de vraag zo onverwacht kwam.
"Nee, want Guus kan nog niet lopen," antwoordde ik. "O, hoe oud is hij dan?" vroeg de jongen verbaasd. De pedagogisch medewerker naast hem schuifelde ongemakkelijk op zijn stoel.
"Guus is al 3,5!" riep Jip trots voordat ik kon reageren. "Maar kinderen van 3 kunnen toch al lopen?" vroeg de jongen meteen. "De meeste kinderen wel, maar Guus nog niet. Hij is dat wel heel hard aan het oefenen en kan al wel aan je hand of aan de tafel lopen," legde ik uit. "Want er is iets kapot in zijn hoofd!" vulde Jip aan. Ja, zo hebben we het aan Jip uitgelegd, want hoe leg je aan een kind van 5 uit dat zijn broertje een ontwikkelingsachterstand en een verstandelijke beperking heeft?
"Kan hij wel praten?" vroeg de jongen weer. "Nee, dat kan hij ook niet," antwoordde ik. "Maar dat zal hij nog wel leren," antwoordde de pedagogisch medewerker, die ondertussen weer wat ontdooid was. "Dat betwijfel ik," reageerde ik resoluut, en meteen werd het weer ongemakkelijk. Het kwam wat feller uit mijn mond dan ik bedoelde. Want hoewel goed bedoeld, kan die vanzelfsprekendheid dat elk kind wel zal leren praten soms best vermoeiend zijn. Vooral als je het om je eigen kind gaat.
Maar de nieuwsgierigheid van de jongen was gestild, en hij richtte zijn aandacht weer terug op de tekening die hij aan het maken was. Jip deed zijn jas aan en we gingen met zijn drieën richting huis.
Ik had me niet voorgesteld dat mijn eerste echte gesprek over Guus met een vreemde, met een kind zou zijn. Maar in de ruime 2 jaar dat Guus nu in zijn rolstoelbuggy zit, hebben we vaak genoeg nieuwsgierige blikken van volwassenen gekregen (en helaas ook wat andere blikken), maar nooit een nieuwsgierige vraag.
Misschien moeten we wat meer kind zijn en onze nieuwsgierigheid de vrije loop laten gaan. Nieuwsgierige vragen stellen, zonder vooroordeel. En daarna gewoon doorgaan met je leven. Dat doen we als volwassenen toch veel te weinig? Een nieuwsgierige vraag stellen kan niet alleen voor jou een openbaring zijn, maar ook voor degene aan wie je de vraag stelt.